Ingebrigitt höss
Christiane Stallaert
Over de (on)vertaalbaarheid van het nazisme
De stem van de daders
In een essay van noemt de Belgische vertaalwetenschapper André Lefevere het Duitse woord ‘völkisch’ - kernbegrip bij uitstek van de nazi-ideologie - als voorbeeld van onvertaalbaarheid:
Universe of discourse features are those features particular to a given culture, and they are, almost by definition, untranslatable or at least very hard to translate. They can be things, like ‘bistro’ in French, or concepts, like ‘völkisch’ in German. They belong to a certain time, like ‘völkisch’ in German or ‘tunica’ in Latin, and they go under with their time as far as their language of origin is concerned. In translation, however, they need to be resuscitated, though nobody is quite sure in what form: loan translation, calque, footnote, a combination of the three? (Lefevere )
Het adjectief ‘völkisch’ mag dan al zijn ondergegaan met het nazisme, waardoor het van een hedendaagse vertaler enige creativiteit of zin voor historische reconstructie vereist, maar dat bovendien het Duitse woord ‘Volk’ in het Engels onvertaalbaar wordt verklaard, zoals de Amerikaanse antropol
Rudolf Höss: de gehate kampcommandant van Auschwitz
Woensdag 16 april Auschwitz, tien uur in de ochtend. Rudolph Höss loopt naar de kleine, provisorische galg, die speciaal voor hem is opgesteld, pal voor de gaskamers. Getuigen zijn verbaasd over de snelle tred van de jarige. Met de handen op de rug gebonden, klimt Höss op het krukje onder de strop. Als de beul moeite heeft het touw om zijn nek te hangen, buigt hij behulpzaam mee. Ongeveer een minuut staat de voormalige kampcommandant daar, met de strop om zijn nek. Emotieloos en onbewogen. Geen verklaring, geen laatste woorden. Om exact uur klapt het luik onder het krukje open. Pas dertien minuten later stoppen de stuiptrekkingen. Höss stoffelijk overschot wordt direct afgevoerd en gecremeerd.
Dachau
Rudolph Höss (geboren in ) is een kind van vrome, streng-katholieke ouders. Zijn jonge jaren zijn getekend door eenzaamheid. Pa en ma leren hem wat discipline is. Alle wensen en bevelen van volwassenen dienen onvoorwaardelijk te worden gehoorzaamd. Als jonge Duitse tiener vecht hij aan het Turkse front tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wegens getoonde moed ontvangt hij het IJzeren Kruis Eerste en Tweede Klasse.
Na de Duitse capitulatie is Höss dolende. Hij sluit zich aan bij een van de vele param
Inhoudsopgave
Anneleen Spiessens
In het volgende wil ik trachten, over mijn diep-innerlijk leven te schrijven. Ik wil trachten, uit mijn herinnering alle belangrijke gebeurtenissen, alle hoogten en diepten van mijn psychisch leven weer te geven. (Höss 23)
Zo opent Rudolf Höss zijn memoires, waarin hij met een zekere trots zijn hoofdrol als historische getuige van de nazikampen en de Endlösung opeist. Höss was inderdaad een ‘specialist’ in de materie: hij leidde Auschwitz van mei tot december , een periode waarin het complex gevoelig werd uitgebreid en het vernietigingsprogramma is ingevoerd. Hij werd op 11 maart gearresteerd, overgeleverd aan de Poolse autoriteiten en door het hooggerechtshof ter dood veroordeeld. Op 16 april werd hij terechtgesteld: ophanging op de plek van zijn misdaden, vlak bij het crematorium van Auschwitz I. Tussen oktober en april , terwijl de commandant in de gevangenis van Krakau zijn proces afwachtte, schreef hij zijn autobiografie.
Het manuscript werd in uitgegeven door historicus Martin Broszat (naar deze uitgave zal in dit artikel worden verwezen met de letter D gevolgd door het paginanummer). Een jaar later verscheen het boek in Groot-Brittannië. De Britse editie van (GB) is een heruitgave van Constantine FitzGibbons originele verta
Wij moeten nooit vergeten
Het is 75 jaar geleden dat Auschwitz werd bevrijd. Edith Grosman, een van de laatste nog in leven zijnde overlevenden, had een ontmoeting met de kleinzoon van Auschwitz’ monsterlijke kampcommandant Rudolf Höss. Konden ze zich met elkaar verzoenen? Een verslag van Simon Worrall (leestijd ca. 10 minuten)
Edith Grosman ontmoet Rainer Höss
Men zegt dat de ogen de spiegel van de ziel zijn, maar in het geval van Rainer Höss registreren zijn prominente flaporen de emoties die in hem rondwervelen. Wanneer Edith Grosman, een jarige overlevende van Auschwitz, zich vooroverbuigt op de bank en een vurige tirade afsteekt tegen Duitsland en de Duitsers, worden die oren vuurrood.
‘Wat is deze natie [Duitsland]?’ vraagt ze op hoge toon. ‘Wreed, stom, zwakzinnig?’ Ze wijst met een beschuldigende vinger. ‘Het Duitsland van Goethe en Beethoven! Hoe kon deze natie doen wat zij deed?’
We zitten in de woonkamer van Ediths appartement in het noorden van Toronto. Ze is een kleine, vogelachtige verschijning met kortgeknipt, kastanjekleurig haar en zit met haar linkerbeen voor zich uitgestrekt. Ze kan het been niet buigen als gevolg van de bottuberculose die ze opliep in het vernietigingskamp. De vervaagde inkt van haar getatoeëerde nummer, #, is net zichtbaar
Rudolf Höss () was de langst dienende kampcommandant van het vernietigingskamp Auschwitz. Als vijftienjarige nam hij als vrijwilliger dienst in het Duitse leger en vocht tijdens de Eerste Wereldoorlog in Turkije. In werd Höss lid van de NSDAP. In werd hij veroordeeld voor de moord op een leerkracht. Weer op vrije voeten werd Höss in lid van de SS. In de jaren dertig speelde hij een rol bij de oprichting van de eerste concentratiekampen in Dachau en Sachsenhausen. Vanaf mei diende Höss als kampcommandant in Auschwitz. Op bevel van Heinrich Himmler breidde Höss de capaciteit van Auschwitz drastisch uit en werden er gaskamers en verbrandingsovens gebouwd. Höss en zijn ondergeschikten perfectioneerden het gebruik van gas om gevangenen om te brengen door het gebruik van Zyklon B, een schoonmaakmiddel. Hij woonde met zijn vrouw en kinderen op het domein. Na de oorlog werd Höss gearresteerd en veroordeeld tot de doodstraf. In de tijd tussen veroordeling en executie schreef hij zijn autobiografie. Rudolf Höss werd opgehangen in Warschau in
Sluit venster