Erik dorf biografie
Krantenbank Zeeland
3
Vorm en functie
De tekstverzameling van de Limburgse sermoenen is omvangrijk en divers van inhoud. Bij alle verschillen die de teksten onderling vanzelfsprekend vertonen, bestaan er ook allerlei formele, stilistische en inhoudelijke eigenaardigheden die regelmatig terugkeren. De samensteller van de Limburgse sermoenen heeft zich de moeite getroost om ‘zijn’ teksten de vorm van preken te geven, meer nog dan het voorbeeld van de Sankt Georgener Predigten al aanreikte. Kennelijk bestonden er goede redenen om de wetten van speciaal dat genre zoveel mogelijk te eerbiedigen. In de teksten zelf wordt verder opvallend veel gebruik gemaakt van allegorieën, waarbij botanische beelden favoriet lijken. Het viooltje van de deemoed, de lelie van de kuisheid en de roos van de passie zijn vaste elementen in de Limburgse sermoenen. Bij de zestien toegevoegde Middelnederlandse teksten valt bovendien de voorkeur voor Hoogliedbeeldspraak in het oog. Hecht verbonden daarmee is ongetwijfeld de sterke belangstelling voor minnemystiek in deze preken. Andere, formele verschijnselen zijn regelmatiger over het corpus verdeeld, zoals het stelselmatig toepassen van numerieke reeksen en de bijna modulaire opbouw van de teksten.
De Limburgse sermoenen zijn geen mi
‘Prins’ der dichters
Keulen, 17 november - Amsterdam, 5 februari
Herzien door Tycho Maas
Joost van den Vondel werd de beroemdste dichter uit de zeventiende eeuw. Weinig auteurs waren al in hun eigen tijd zo fanatiek en bekend als Vondel. Hij schreef veel en liet zijn mening duidelijk horen. Zijn werk zorgde voor opschudding en werd soms zelfs verboden. Maar daar trok hij zich weinig van aan: goede kunst overstijgt het hier en nu.
Financieel ging het Vondel als kousenhandelaar goed, tot zijn zaak failliet ging en hij afhankelijk werd van een baan bij de Amsterdamse Bank van Lening. Daar mocht hij onder werktijd schrijven – een uitzonderlijke situatie. In zijn lange leven heeft Vondel veel gebeurtenissen uit de zeventiende eeuw becommentarieerd. Hij schreef veel over politieke en religieuze onderwerpen, hij legde uit hoe je als schrijver het Nederlands als kunsttaal inzet, hij maakte zich druk over de prijs die verre volkeren moesten betalen voor de overzeese handel die Nederland zoveel welvaart bracht. Met gelegenheidsgedichten kon hij soms wat bijverdienen, want lang niet alles wat hij schreef verkocht echt goed.
Een politieke pen
Collega’s zagen hem als de ‘prins’ der dichters, met een verwijzing naar het Latijnse woord ‘princeps’ (belangrijkste), maar zijn s
Free and commissioned works for: Sociale Alliantie, HUMAN, NRC, Straatjournaal, Villa d'Arte, Soziopolis, Geron, Saarland/Kulturregio/Kulturstiftung des Bundes, De Nederlandse Boekengids, Passionate, Fem Business, Colourful People, Dutch Ministry of Economic Affairs, VersBeton, ANBO, Sociale Vraagstukken, Bolwerk, Dutch Ministry of Social Affairs, Pluche, DIVOSA, Sociologie Magazine, NYFER, AStri, Tilburg Research, LBL Expertisecentrum, Ministerie VROM, Naturalis, Landelijk Centrum Opbouwwerk, Hoogvliet/Wimby, Gemeente Rotterdam, Wetenschapswinkel Tilburg.
Lecturer in Sociology at: Tilburg University, Vrije Universiteit Amsterdam, Royal Academy for the Arts The Hague
Ellie Smolenaars is ervaren auteur, onderzoeker, docent en wetenschapsjournalist sociale wetenschappen. Ze is content-media-producent en publiceert boeken, essays, social media content, artikelen, scenario's en verhalen*. Over: samenleving; sociale trends; nieuwe sociale fenomenen en uitvindingen; so
Uit zijn romans, verhalen, essays en gedichten is al ten overvloede gebleken dat ook volgens Stefan Hertmans () naar het bekende woord van Hugo Claus een kunstenaar geen Neanderthaler is die op een mooie dag ergens uit een boom komt gevallen. Hij is het produkt van heel veel dingen, en of hij dat nu wil of niet: hij zit volgestouwd met beelden, verhalen en betekenissen. Waarom daar dus geen creatief gebruik van maken?
Hertmans jongste dichtbundel, Muziek voor de overtocht (Meulenhoff/ Kritak), is daar alweer een mooie demonstratie van. In vijf cycli, opgehangen aan evenveel kunstenaars uit de eerste helft van deze eeuw, gaat de dichter op zoek naar een soort plaatsbepaling in zijn eigen tijd, zoals de flaptekst zegt, alsof een woord, uitgesproken aan de overkant, ons alsnog tot aanbeveling kan strekken met betrekking tot het hier en nu. In de vierde cyclus, Een doorgangshuis, komt de beroemde Pools-Russische danser Vaslav Nijinski aan bod. Met hem breidt Hertmans zijn rariteitenkabinet van doorgeslagen cultuurdragers uit, waarin zich sinds het lange theatergedicht Kopnaad () al o.a. Nietzsche, Hölderlin, Lenz en Trakl bevonden.
In de enkele choreografieën die hij maakte, bleek Nijinski () zijn tijd ver vooruit, maar het is vooral als danser dat hij